Ooit interviewde ik voor de levensverhalenrubriek “Het verhaal van…” in NRC Handelsblad een jonge vrouw die actief lid was van de SGP. Het gesprek ging, dat hoeft niet te verbazen, over wat zij zocht en vond in het steile geloof, hoe ze met dat geloof midden in de maatschappij probeerde te staan enzovoorts. Wat ook niet hoeft te verbazen is dat ik mijn uiterste best deed om er een weerbarstig verhaal van te maken, waarin, om in zwaar christelijke sferen te blijven, een zekere worsteling zichtbaar was. Dat was, met enige moeite, gelukt. Zo vertelde de vrouw dat ze het als puber niet zo leuk vond dat haar moeder altijd precies op het juiste (lees: verkeerde) moment met thee kwam aanzetten als ze met haar vriendje op haar kamer zat.
Vrouw in kwestie had verzocht het interview te mogen lezen van te voren, wat ik toestond. Als een volleerd mediatacticus schrapte ze precies die zinnen, woorden en passages die ervoor zorgden dat het interview geen pr-verhaal voor de SGP en het streng gereformeerde geloof was, waaronder dat stukje over moeder, thee en vriendje. Ik heb haar geprobeerd duidelijk te maken dat ze met een glad verhaaltje bij de NRC-lezers geen begrip zou kweken voor haar denominatie, maar ze bleef vasthouden aan haar versie. Haar eisen kon ik niet inwilligen. Evenmin kon ik het interview ijskoud publiceren zonder haar goedkeuring. Zo zijn de mores niet meer: hoe mediawijs de meest ‘gewone’ mensen tegenwoordig ook zijn, zolang het gaat om hun persoonlijke verhaal, moet er een soort van overeenstemming zijn over de eindtekst.
In dit voorbeeld zitten twee thema’s opgesloten die gisteren tijdens het Grote Interviewgala in de Amsterdamse Stadsschouwburg druk besproken werden: 1) de macht van de geïnterviewde en 2) in hoeverre moeten interviewkandidaten zonder media-ervaring tegen zichzelf in bescherming worden genomen?
Wat dat laatste betreft: ik denk dat mensen zonder media-ervaring niet of nauwelijks meer bestaan. Daar bedoel ik niet mee dat iedereen al weleens op tv is geweest of in de krant heeft gestaan, ik bedoel dat veel meer mensen dan je zou denken mediawise zijn. Ik hoorde eens een redacteur van een magazine verzuchten: ‘Zelfs mensen die je tijdens een straatinterview aanklampt voor een kwootje, vragen voor publicatie inzage in de tekst.”
Over de macht van de geïnterviewde, zijn/haar recht op inzage en inspraak in de eindtekst, valt heel veel te zeggen. Intrigerend blijft, voor jonge journalisten (waar ik mezelf ook toe reken) dat het vroeger niet of nauwelijks aan de orde was. We kunnen met zijn allen proberen om, zoals Ciska Dresselhuys suggereerde, wat vaker onze poot stijf te houden, dus niet toe te geven aan de schrap-eisen van de geinterviewde of zijn/haar voorlichter. Dat lijkt mij een goed idee, zeker als het gaat mensen die uit hoofde van hun functie zijn geïnterviewd, met name gezagsdragers en policiti.
Maar wat dan te doen met zo’n mediawijs SGP-dametje? Zij was geen bekende Nederlander of autoriteit. Het was mij te doen geweest om haar persoonlijke verhaal. Wat ze mij vertelde, vond ik (net) interessant genoeg om te publiceren, met haar schrap-eisen bleef er niets van over. De enige oplossing was, helaas, om het interview in de prullenmand te gooien. Zo hield ik, op mijn manier, toch mijn poot stijf.
Goed verhaal.
En sterk van je dat je uiteindelijk besloot niet te publiceren.
Kan me het dilemma voorstellen. Maar aan de andere kant: die SGP-vrouw wist dat het een interview was en ze vertelde deze dingen zelf. Had ze niet vantevoren moeten bedenken dat die dan ook in het verhaal zouden komen? Je kunt ook afspreken dat mensen het verslag van je interview alleen op inhoudelijke onjuistheden mogen screenen of is dat te rigide? Het blijft een grijs gebied en een kwestie van ethiek van de interviewer. Ik heb ook weleens een interview gehad met iemand van een christelijke woongemeenschap. Mijn opdrachtgever wilde dat het juist over dat christelijke aspect zou gaan. Dat wist de geinterviewde vooraf, het was voor de pagina Geloof en Samenleving. Toen ze het verhaal las wilde ze net alles schrappen wat ging over de christelijke identiteit van die woongemeenschap. Daar baalde ik enorm van, temeer omdat ik vooraf heel duidelijk de invalshoek van het verhaal had uitgelegd. Heb het ook niet gepubliceerd en bleef met een enorme kater zitten.
Begrijp deze verhalen niet. Het interview vooraf nog even lezen: graag. Op fouten en foutjes, vergissingen of net niet goed begrepen zaken.
Achteraf dingen ‘off the record’ verklaren? Dat kan niet. Zodra het interview voorbij is, is de kans iets terug te trekken ook voorbij.
Bij mijn weten zijn dat al sinds jaar en dag de glasheldere en goed werkbare mores. Waarop je terug kunt vallen als je gezeik krijgt (wat iedereen wel eens gebeurt natuurlijk).
Je geïnterviewde vetorecht geven (dat hebben jullie in feite gedaan), is echt zeer ongebruikelijk. Dat kwam op het interviewgala een paar keer langs. Dresselhuys had het eens een keer gedaan, bij Pieter van Vollenhoven. Ze had nog spijt. Broertjes deed het bij de Rijkman Groenink en natuurlijk Bernhard. En had geen spijt. Enfin.
@Liesbeth Koenen Bij persoonlijke interviews met niet-bekende personen is het gebruikelijk (of je het daar nu mee eens bent of niet) om de tekst te laten autoriseren. Je kunt dat vetorecht noemen, maar in de praktijk geeft het zelden problemen. Ik kan bijna altijd de tekst publiceren die ik wil. Het voorbeeld waarover ik vertelde was een uitzondering. De mores waar jij het over hebt gelden wat mij betreft wel onverkort voor gezagsdragers, politici &.
@Jeannine Deze ervaring van jou lijkt mij niet helemaal vergelijkbaar, omdat het niet om een puur persoonlijk (levens)verhaal ging. In dat geval zou ik misschien voet bij stuk gehouden hebben. Maar ja, dat is makkelijk praten. Je hebt ook te maken met (hoofd)redacteuren, die moeten je wel steunen in zo’n situatie. En je hebt gelijk dat deze SGP-vrouw heel goed wist waar ze mee bezig was. Maar als een geslepen politicus probeerde ze de boel naar haar hand te zetten.
Jammer, gemiste kans om de lezers in dit geval ‘de waarheid van de SGP’ te tonen. Dat is bukken voor terreur. Hoe het wel moet als je aan ‘die mores’ wilt houden? Mijn suggestie vanaf de zijkant, zet in een blokje de teneur van het gesprek naast wat overblijft, vertel wat er weggelaten moest worden zoals hierboven. Maar onthoudt ons de fundi’s niet, het leidt van kwaad tot erger, als zij hun PR mogen en kunnen doordrijven. Kijk naar wilders hoe die zijn mores oplegt aan zijn uitverkoren media… en de andere moedwillig uitsluit. Vreselijk toch, aan u journalisten de taak om dat te doorbreken.
@Miel Om een religieuze groepering te portretteren zijn andere journalistieke genres geschikter, zoals de reportage of het achtergrondverhaal.
Ik herinner me de situatie ‘alleen wat fout is overgekomen kan eruit en in uitzonderlijke omstandigheden iets waarvan achteraf spijt is’.
Waarbij het met politici e.d. vaak een kwestie van wisselgeld was: wil je dit er écht uit? dan laten we dat ándere natuurlijk staan.
Ik heb ‘vroeger’ ook wel gewone mensen geïnterviewd en herinner me geen gelazer zó erg als jij beschrijft.
Het kan dus heel goed zijn dat de mens van nu door alle geledingen heen mediawise is.
(wat een ellende – voor de journalist)
@Jeanne Gelukkig is dergelijk gelazer – ook nu nog – een uitzondering. Meestal gaat het goed. En in dit SGP-geval is het ook nog wel een beetje verklaarbaar; meestal interview ik mensen omdat ik hen, als persoon, interessant vind. Dit keer was het: ik wil een SGP-jongere interviewen. Via de jongerenorganisatie van de SGP kwam ik uiteindelijk bij dit meisje uit. Ze was dus “goedgekeurd” van hogerhand. Dat had me al moeten waarschuwen…
Ik heb het van de andere kant meegemaakt, als geïnterviewde. Journaliste kwam met een interviewvoorstel, interviewde o.a. mij voor een paar quotes. De redactie heeft vervolgens de journalist het artikel een totaal andere ‘boodschap’ mee laten geven en maakte er een vreemde karikatuur van. Als geïnterviewde voelde ik me publiek belachelijk gemaakt op iets dat mijn persoonlijke leven betrof. Heel onaangenaam.
Als je tevoren helder bent over wat de insteek van het verhaal is, moeten beide partijen zich daaraan houden, vind ik. Als geïnterviewde moet je erop kunnen vertrouwen dat de journalist zich aan haar woord houdt. En als je als geïnterviewde er per ongeluk iets uitflapt dat je niet zwart op wit wilt hebben, kun je dat tijdens het gesprek aangeven. Mogelijk dat je dan als interviewer al tijdens het gesprek ontdekt: dit wordt niks zonder die sappige details. Maar dan bespaar je je in ieder geval de schrijfmoeite.
Honderd procent eens!
@Brigit: Goh, wat interessant. Heb ik echt nog nooit gehoord. Altijd gedacht dat voor alle interviews hetzelfde gebruikelijk was.
Zie ik iets over het hoofd als ik denk: als je van te voren netjes uitlegt hoe het werkt, kan er niet veel misgaan?
En natuurlijk is er ook altijd wat grijs gebied, en ook ik heb wel eens expres wat ‘wisselgeld’ in een stuk gestopt bij iemand van wie ik terugkrabbelen verwachtte.
Of speelt rekening houden met de onervarenheid bij de geïnterviewde hier een hoofdrol? Want ik weet wel hoe hard mensen kunnen schrikken van hun eigen woorden als die ineens zwart-op-wit staan.
Maar met wat kalmeren en uitleggen valt dat vrijwel altijd op te lossen.
Hoewel ik tegelijk moet toegeven dat geïnterviewd worden mij ook niet altijd is meegevallen ;-).
@Liesbeth Tja, hoe werkt het? Je wilt graag iemand interviewen over zijn leven, en die zegt: oke, maar mag ik het verhaal wel even lezen van te voren? Dan kun je zeggen: ja, maar je mag alléén feitelijke onjuistheden corrigeren. Veel mensen zullen dan zeggen: nou, als we zo beginnen, laat dan maar zitten. Of ze zeggen ja, maar durven eigenlijk niet te praten. Dus zeg je: ja, je mag het lezen. In de hoop dat je niet al te veel gedoe krijgt achteraf, en dat gebeurt in de praktijk gelukkig weinig.