Een interview is altijd een gestileerde, of misschien zelfs gemanipuleerde weergave van een gesprek. Als ik, zoals in het geval van de voormalig dakloze Famke Mackaay, drieënhalf uur met iemand praat en dat gesprek (voor NRC Next) moet vatten in 1200 woorden, kun je meer niet dan wél vertellen. De lezer moet er maar op vertrouwen dat mijn journalistieke filter goed werkt. Zelf vertrouw ik er ook meestal op dat mijn blik scherp genoeg is om Het Verhaal te destilleren uit het gesprek met de geïnterviewde. Ik moet natuurlijk zeggen: Een Verhaal, want iedere andere collega had een ander gesprek gevoerd en een ander interview geschreven. Als interviewer neem je jezelf altijd mee. Je persoonlijke ervaringen, je kijk op de wereld, je specifieke interesses en hang-ups, die kun je niet wegpoetsen. En dat hoeft ook niet. Het is tenslotte jouw verhaal.
Veel van die keuzes – wat schrijf ik wel op, wat niet – maak je intuïtief, maar soms neem je een bewuste beslissing. Famke Mackaay vertelde op zeker moment dat ze aan een borderlinestoornis leed. Dat wierp weliswaar enig licht op hoe haar leven verlopen was, maar toch heb ik het expres niet opgeschreven. Famke zelf had daar geen bezwaar tegen, maar tegelijk vertelde ze dat die – milde vorm van – borderline geen grote rol speelde in haar leven. Waarom zou ik het risico lopen dat slecht-geïnformeerde lezers haar niet serieus zouden nemen en haar als een (niet-toerekeningsvatbare) psychiatrische patiënt zouden zien, terwijl ze in mijn ogen een boeiend en coherent verhaal vertelde over zichzelf? Overigens heb ik het sowieso wel een beetje gehad met die etiketten, geloof ik. Ze suggereren heel veel, maar zeggen in feite weinig over hoe iemand echt is. Lees hier het verhaal van Famke Mackaay.
En net die keuzes zijn altijd zo moeilijk. Boeiend om jouw overwegingen te lezen en zo in de coulissen mee te kijken. Mooi dat dit ook nog even in de lead aangehaald wordt.
Je hebt groot gelijk, Brigit. Elk journalistiek portret is een subjectief portret. Je maakt keuzes om ervoor te zorgen dat iemand ook bij de lezer uit de verf komt zoals jij de persoon ziet.
Petje af voor deze journaliste…want inderdaad…etiketje hier, etiketje daar…en vervolgens ziet men door de vele etiketjes niet meer, wie of wat er onder schuil gaat.
Een bordeliner…het zal eens niet…dit is waarschijnlijk een van de eerste reacties van iemand die dit artikel zou lezen wanneer de term borliner daadwerkelijk zou zijn gebruikt.
Ik ben zelf -inj de volksmond- een bordeliner geweest. En geen licht gevalletje ook. Echter, ik noem mijzelf al een paar jaar genezen. Volledig. Dit kan volgens de wetenschap en de medische wereld niet..want, Bordeline heb je voor altijd (pas rond je veertigste wordt het minder erg en leer je ermee leven..hoevaak psychologen mij dit hebben gezegt…tjee….wat een hoopvolle mededeling tegen een puber die het leven niet meer ziet zitten..nietwaar?) Ik ben een bijzondere reis gestart toen ik mij bekeerde tot het Christendom, waarin werd gepredikt dat voor God niets onmogelijk is…helemaal NIETS. Een veel beter geluid in een donkere wereld, waar ik desstijds in verkeerde. En God is mij genadig geweest: zwart-wit denken, automutilatie, eetstoornissen, zelfmoordneigingen,verslavingen en hevige stemmingswisselingen (op een keer in de maand na, hihi) ze zijn mij al jaren niet meer vertrouwd. Ik ben genezen. Ik ben door de woelige jaren van de puberteit heen, ik heb het leven dat ik leidde, als dakloze verslaafde zwerfjongere kunnen overwinnen met de kracht van mijn geloof. (volgens journalisten een nieuwe verslaving, maar dan wel de beste die ik ooit had)
Ik zie in dit stukje over Famke McKaay een sterke jonge vrouw, met visie voor zwerfjongere, in wiens leven Gods belofte ook ten uitting komt “ik zal alle dingen ten goede keren”met andere woorden, dus ook wat ze heeft meegemaakt keert God ten goede, door de roeping die zij nu ervaard!
Ik ben dankbaar…voor vrouwen zoals Famke, en voor journalisten zoals deze! petje af!