albert-verlinde

Mijn interviewobject was Albert Verlinde. Hij had zich bij KWF Kankerbestrijding aangeboden voor een interview, zo begreep ik: zijn vader had kanker. Bovendien had hij een toneelstuk over kanker op de planken gebracht (Als de dood), ook daaruit sprak zijn betrokkenheid bij het onderwerp. Via zijn secretaresse maakte ik een afspraak met hem voor een interview in KWF-magazine Kracht.

Omdat ik tijdens mijn voorbereidingen niets kon vinden over de ziekte van Verlindes vader – in geen enkel interview kwam het aan de orde – en hij zelf onbereikbaar was, belde ik met zijn productiebedrijf V&V. Daar wisten ze van niets. Had Alberts vader kanker gehad dan? ‘De roddelkoning van Nederland loopt niet bepaald met zijn eigen privéleven te koop,’ dacht ik. De dag voor het interview had ik nog altijd geen idee wat voor kanker zijn vader had gehad, of hij nog steeds ziek was en zo ja hoe ernstig (of misschien was hij al overleden?) – dingen die ik minimaal wilde weten vooraf.

Uiteindelijk vroeg ik de secretaresse om raad, zij belde met haar baas en vertelde me even later dat vader Verlinde tien jaar geleden slokdarmkanker gehad en daarvan was genezen. In één adem zei ze dat Albert had gedacht dat het interview over zijn toneelstuk zou gaan en over ‘kanker in het algemeen’, en dat hij geen zin had om ‘het allemaal weer op te rakelen’.

‘Tsja,’ zei ik. ‘Dan hebben we een probleem. De interviews in Kracht zijn altijd persoonlijke verhalen.’

Secretaresse belde opnieuw met haar baas. En daarna weer met mij. De toch wel verrassende boodschap luidde: ‘Albert Verlinde praat per se niet over welke persoonlijke zaken dan ook.’