‘Maak gebruik van je eigen persoonlijkheid’ luidt het zesde gebod van mijn Tien Geboden van het Interviewen. ‘Speel geen rol, maar maak gebruik van je hoogsteigen gereedschap. Charme, humor, intelligentie enz.’

Gisteren, op het jaarlijkse evenement van Tekstnet, de beroepsvereniging van tekstschrijvers, waar ik twee workshops mocht geven, vroeg iemand: ‘Wat is jóuw persoonlijke gereedschap? Wat denk je dat jou een goede interviewer maakt?’ Ik moest heel even zoeken naar het antwoord. Want wat is in mijn manier van interviewen nu precies een kwestie van ervaring en wat is een kwestie van karakter? Na twintig jaar is dat onderscheid lastig te maken. Maar ineens wist ik het dan toch: ik hoef niet zo nodig aardig gevonden te worden. Wel graag door mijn vrienden en collega’s, maar door de mensen die ik interview niet per se. Als het nodig is, zeur ik door, zucht ik, laat ik mijn ongeduld merken. Ik stel soms onmogelijke vragen en ben niet gauw tevreden met een antwoord. Dat wekt soms irritatie bij mijn gesprekspartners, maar uiteindelijk begrijpen ze heus wel dat het mij te doen is om het best mogelijke verhaal.

Natuurlijk is niet elk interview met mij een politieverhoor, integendeel. Meestal verlopen de gesprekken heel soepel en natuurlijk, en sommige interviews schrijven zich vanzelf. Zoals laatst voor NRC dat met Dore van Duivenbode, die een boek schreef over Auschwitz, waar ze als kind haar zomervakanties doorbracht. Het interview is hier te lezen.

Waar dat persoonlijke gereedschap van mij dus op neerkomt, denk ik, is dat ik indien nodig bereid ben om de goede sfeer (tijdelijk) te bederven. Eigenlijk vind ik dat dat voor iedere interviewer zou moeten gelden. Vandaar dat mijn Achtste Gebod luidt: ‘Een interview hoeft geen gezellig gesprek te zijn’.

Op 3 oktober geef ik weer de workshop Interviews Schrijven, op 30 november Het Interviewgesprek. Hier vind je meer info

.