smiley-manisch-positief

Freelance journalisten klagen graag en veel. Over opdrachtgevers die niet reageren op artikelvoorstellen, over te lage tarieven, over de slechte markt, over de kwaliteit van de journalistiek in het algemeen. Heel nuttig dat klagen, soms, even, in kleine kring. En terecht ook, soms. Maar blijven hangen in negativiteit is, in mijn ogen, dodelijk. Bijna letterlijk, arbeidstechnisch gezien.

De omstandigheden in de freelance journalistiek zijn lastiger geworden de laatste jaren: bladen krimpen of verdwijnen en tarieven dalen. Zelf ben ik de afgelopen jaren veel opdrachtgevers kwijtgeraakt, waaronder bijna al mijn echt-goed-betalende klanten in de sfeer van de bedrijfsjournalistiek. Andere verlaagden het honorarium. Artikelideeën verkopen kost een veelvoud aan tijd vergeleken met een jaar of zes geleden.

En toch klaag ik niet. Integendeel. Want tegenover die lastiger omstandigheden staat verschrikkelijk veel positiefs. Zo heb ik het idee dat er meer lijn zit in wat ik doe sinds de opdrachten me niet langer als gebraden kippetjes de mond in vliegen. Ik denk zorgvuldiger na over wat ik wil en waar ik goed in ben, en dat heeft me een betere journalist gemaakt, waar ik in het verwerven van klussen profijt van heb. Nog zoiets: voor het verkopen van een artikelvoorstel volstond vroeger een telefoontje met een vaag idee – met als gevolg dat ik weleens een tijd bezig was voor ik me realiseerde dat ik op een verkeerd spoor zat. Met soms flink wat verloren werkdagen tot gevolg. Tegenwoordig pleeg ik vooraf aardig wat research, het komt zelfs voor dat ik het artikel al half geschreven heb als ik het idee aanbied – om de chef in kwestie te kunnen overtuigen. Als ik dan het groene licht krijg (wat uiteraard niet altijd het geval is), staat het stuk al in de steigers, op zijn minst, en is het sneller en efficiënter geproduceerd. En zo heeft de medaille altijd wel een andere kant.

Natuurlijk vind ik dat freelance journalisten mogen verlangen dat ze fatsoenlijk behandeld en betaald worden. Als bestuurslid van de FreeLancers Associatie probeer ik hier een bijdrage aan te leveren. Maar los daarvan merk ik dat collega’s die zich overgeven aan zwartkijken in een negatieve spiraal komen. Boosheid en frustratie (zelfs al zijn ze niet onterecht) hebben een slechte invloed op je creativiteit, op je scherpte van geest, op je humeur natuurlijk en op je fysieke gesteldheid. Terwijl je om je werk goed te kunnen doen in deze tijden juist al je krachten nodig hebt. Om die reden heb ik het afgeleerd: mopperen (al dan niet in mezelf) op opdrachtgevers. Misverstanden, stroeve (of geen) communicatie, zelfs goede ideeën die worden afgewezen, ik weiger om me erover op te winden. Ik blijf manisch positief zolang er nog genoeg redenen zijn om voor de redactie in kwestie te willen werken.

Laatst had ik het erover met een bevriende collega, ook zij verbaasde zich over het geklaag onder freelance journalisten. Net als ik zit ze nog altijd stikvol met (leuk) werk. We concludeerden dat het afgezien van onze kwaliteiten en ervaring (waarin we vanzelfsprekend niet uniek zijn) onze gekoesterde anti-zeur-mentaliteit moest zijn. De manisch positieven hebben de halve wereld.