Vandaag komt het Sociaal en Cultureel Planbureau met een rapport waaruit blijkt dat deeltijdwerken voor verreweg de meeste vrouwen een bewuste keuze is, ook als ze niet de zorg voor kinderen hebben. Omgekeerd kun je zeggen dat fulltime werken voor vrouwen met kinderen een taboe is in Nederland. Dat vermoedde ik al vóór mijn gesprek met econome Irene van Staveren, die ik begin dit jaar interviewde voor NRC Handelsblad. Dat het waar is, van dat taboe, bleek uit haar verhaal én uit de vele boze brieven die de redactie van NRC kreeg naar aanleiding van het interview, dat zo begint: 

‘Tegen mijn buitenlandse studenten zeg ik altijd: “Nederland is een modern land als het gaat om abortus en euthanasie, maar achterlijk in de arbeidsparticipatie van vrouwen. In jullie landen is dat veel beter.” Dan zijn ze stomverbaasd, want mijn studenten komen uit Azië, Afrika en Zuid-Amerika, ze zien Nederland als zeer vooruitstrevend. Maar fulltime werkende moeders als ik zijn een uitzondering. Nog geen tien procent van de vrouwen met schoolgaande kinderen heeft een baan van 35 uur of meer, en de helft van hen heeft ook nog eens een partner die in deeltijd werkt.’

Toen ik haar ‘vond’, en ze ook nog bereid was tot een interview, had ik geluk. Want zoals blijkt uit bovenstaand citaat zijn vrouwen als Irene van Staveren schaars in Nederland. Feitelijk ken ik – behalve haar – in mijn wijde omgeving niet één fulltime werkende moeder met fulltime werkende echtgenoot. Zelf zou ik het bijna-fulltime-freelancen ook niet trekken, denk ik, met twee kinderen (waarvan een zorgenzoon), als ik geen echtgenoot had met minder ambities, een die meestal thuis is en veel zorg & huishouden op zich neemt.

Het hele interview kun je hier lezen.