Kadir Canatan

Kadir Canatan

Afgelopen najaar ben ik vanuit Istanbul de Zee van Marmara overgestoken naar Balıkesir, een landerige provincieplaats in Anatolië. ‘Het Almelo van Turkije’, noemde iemand het eens. Ik ging erheen om voor NRC Next een vraaggesprek te houden met Kadir Canatan, cultureel antropoloog. Van zijn twintigste tot zijn zesenveertigste woonde hij in Nederland, de laatste jaren in Rotterdam. Hij was een gewaardeerde sociaal wetenschapper, had vrienden, zijn kinderen waren in Nederland geboren. En toch wilde hij na al die jaren terug naar Turkije, hij voelde zich hier ineens niet meer thuis. Veel Nederlandse Turken dromen van een leven in Turkije, maar hij gíng. 

Hij belandde in Balıkesir, een stad die hij voorheen niet kende. Hij vond er een baan aan de universiteit. Het academische klimaat was er verschrikkelijk, vertelde hij. Onafhankelijk onderzoek was nauwelijks mogelijk, en er heerste een vriendjespolitiek van het meest onvoorstelbare soort. Bazen die dik verdienen, terwijl gewone medewerkers als hij maar net kunnen rondkomen met hun salaris. En toch was hij volmaakt gelukkig. Want hij voelde zich vrij, geen buitenlander meer.

Een dag nadat het interview met hem in NRC Next stond, mailde er al een uitgever die vroeg of Canatan geen boek wilde schrijven over integratie en immigratie, vanuit zijn achtergrond als antropoloog en gerelateerd aan zijn eigen geschiedenis. Ik hoop dat hij het doet, hij heeft een boeiend en ook wel schokkend verhaal te vertellen. Als antropoloog houdt hij ons Nederlanders een spiegel voor. Dat we niet zo tolerant zijn als we altijd dachten, daar was ik me al langer van bewust. Maar dat het klimaat zo plotseling en zo radicaal is omgeslagen, realiseerde ik me pas na mijn ontmoeting met Canatan.