Toen ik een aantal jaar geleden begon met het geven van timemanagement-trainingen (destijds nog als onderdeel van een algemene cursus voor freelance-schrijvers, ‘De Gelukkige Freelancer’), merkte ik dat de meeste mensen het gek vonden om een heel jaar vooruit te denken. Hoe kon je nu weten hoe het leven er over een half jaar uitzag, laat staan over acht maanden, of twaalf maanden? Nee, dat kun je niet weten. Er kan van alles gebeuren in een jaar. Maar dat je niet in de toekomst kunt kijken, is geen reden om niet ná te denken over die toekomst.

Want dat is precies wat je doet met zo’n jaarplanning: je denkt na over je prioriteiten. Over wat voor soort werk je wil doen, en hoe je dat wil doen. Met wie. Voor wie. En voor de freelancers onder ons: welke opdrachtgevers wil je houden? Welke wil je erbij hebben, welke ben je liever kwijt? Daarbij zijn de drie P’s natuurlijk heel belangrijk: poen, pret en prestige. Elke opdrachtgever moet minimaal één P opleveren.

Maar bij het maken van een jaarplanning denk je óók na over de vraag: Of je dat boek nu toch eindelijk eens moet gaan schrijven. Of toch maar niet. En over de vraag: Hoeveel tijd je wilt besteden aan werk, en hoeveel aan andere dingen. Als je daar vooraf over nadenkt, en globaal de tijd inplant die nodig is, heb je de meeste kans dat je de dingen kunt doen die je graag wil doen. Anders bepalen anderen het voor je.